Zutphen

De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) heeft de beheerder van de fietsenstalling bij het NS station in Zutphen opgedragen haar beleid om van alle mannelijke fietsers te eisen dat ze hun fiets in de wat moeilijk bereikbare bovenste rij rekken plaatsen, met onmiddellijke ingang beëindigt.

Voor het CDA was dit aanleiding om schriftelijke vragen te stellen aan het college. De CDA vraagt om handhaving van het oude beleid, en om te onderzoeken of het negeren van de instructie van het CGB in strijd is met de wet. De SP fractie is van mening dat er helemaal niets mis is als mannelijke fietsers wordt gevraagd om hun fietsen in de bovenste rekken te plaatsen. Het is een kleine moeite, en maakt het voor wat minder sterker fietsers makkelijker om hun fiets in de onderste rekken te plaatsen. Het probleem zit hem hoofdzakelijk in de onvriendelijke bejegening door het fietsenstallingpersoneel. Een gehaast reiziger die zijn fiets in het eerst beschikbare lege rek plaatste, werd regelmatig toegesnauwd zijn fiets te verwijderen en in het bovenste rek te plaatsen, op straffe van verwijdering van zijn fiets. Getergd is de man uiteindelijk naar de CGB gegaan om zijn gram en gelijk te halen. Als het personeel wat vriendelijker met het mannelijk wielrijdend publiek zou zijn omgegaan, was de CGB er nooit aan te pas gekomen. Een verstandig compromis, lijkt het toevoegen van het woordje: “alstublieft”of de letters s.v.p. aan de ingang van de stalling. Vriendelijkheid kost geen geld, en de gemiddelde mannelijke gebruiker van de stalling vindt het een kleine moeite om zich dienstbaar op te stellen.

Voorts kan de CDA voorlopig gerust zijn, want het oordeel van de CGB is juridisch niet bindend. 85% van de oordelen wordt echter opgevolgd. Bij een eventuele rechtszaak moet de rechter het oordeel van de CGB meenemen in de toelichting op het vonnis. Áls de rechter al afwijkt van het oordeel van de CGB dan mag dat alleen gemotiveerd. In ruim 70% van de gevallen volgt de rechter het oordeel van de Commissie.