h

Broederenklooster, twijfel alom...

28 maart 2013

Broederenklooster, twijfel alom...

Van de fractie: Na het recente burgerdebat in de historische Burgerzaal over de pro’s en contra’s van de vier varianten van het omstreden nieuwbouwplan bij het Broederenklooster, is het nu aan het college om een keus te maken die de toets van de kritiek van de gemeenteraad kan doorstaan. Het zal echter schier onmogelijk zijn voor het college, om dit op een geloofwaardige wijze en zonder jokken te te doen.

Iedereen die goed bekend is met het steeds dikker wordend dossier van het Broederenklooster kan zich voorbeelden herinneren waaruit blijkt dat het college er niet voor terugschrikt om zaken fraaier voor te stellen dan dat ze zijn. Zo zou bijvoorbeeld het “feit” dat het nieuwe gemeentehuis binnen budget gebouwd is, bewijzen dat het ambtenarenapparaat over de nodige competenties beschikt om het miljoenen kostende Broederenkloosterproject succesvol te realiseren. Dit klopt niet, want het originele budget voor de nieuwbouw van het gemeentehuis is herhaaldelijk naar boven bijgesteld om budgetoverschrijding te voorkomen. Uiteindelijk is het aantal te bouwen werkruimtes naar beneden aangepast om binnen het budget te blijven.

Andere voorbeelden waaruit ook blijkt dat het verstandig is om het waarheidsgehalte van de door het college gepresenteerde informatie in dit dossier in twijfel te trekken, zijn er helaas te over. Eén van de ingehuurde externe “specialisten” presteerde het bijvoorbeeld om te suggereren dat de € 8.000.000,- investering voor het plan, binnen 5 jaar terug verdiend kon worden. In een ander document wordt echter gesproken over een verwachte terugverdienperiode tussen de 10 en 20 jaar. Zelfs de VVD gebruikt de term “boterzacht” om de hardheid van de door het college gebruikte cijfers en prognoses te omschrijven.

Door al dit gegoochel met cijfers en feiten heeft de geloofwaardigheid van het college een serieuze deuk opgelopen. Voor een ongeloofwaardig college, zal het dan ook niet meevallen op een geloofwaardig plan in te steken. De knelpunten lijken onoverkomelijk, temeer daar nu blijkt dat een iets ouder, en ook door het college gekoesterd prestige project, de Hanzehof, door zeer zwaar weer gaat. De optimistische financiële projecties die de raad 7 jaar geleden hebben verleid tot het maken van miljoenen investering in de Hanzehof, zijn niet uit gekomen. Er moeten nu miljoenen bij om de Hanzehof open te houden. Tóen beweerde het college óók dat alles koek en ei was, terwijl we nu jaarlijks € 2,- miljoen moeten betalen om de destijds aangegane schuld en kapitaalkosten af te lossen.

Hetzelfde consulentenbureau dat nu voor de Hanzehof adviseert om in het 2013-2014 seizoen geen toneel, symfonische muziek, opera, kindervoorstellingen en concerten te organiseren omdat daarop verlies geleden wordt, schroomt er niet voor om voor het Broederklooster een ongeloofwaardig positief plaatje te presenteren over het belang en de mogelijkheden van “cultureel ondernemerschap” in Zutphen. Het bureau weet dat het besteedbaar inkomen per huishouden in Zutphen in 2009 maar liefst € 2.200,- lager lag dan het landelijk gemiddelde en het bureau twijfelt of er nog toekomstperspectief is voor de Hanzehof. Desondanks laat het zich graag betalen om voor het college de argumenten te verzinnen om een nieuwe investering in het Broederenkloostercomplex als zinvol aan te prijzen.

De enige manier voor het college om een geloofwaardig verhaal aan de raad te presenteren, is als het de “nul” variant kiest, die tot op heden niet is uitgewerkt. De nulvariant lijkt de enige mogelijke en fatsoenlijke optie die er nog over is omdat het bestaand cultureel erfgoed wordt gerestaureerd en er geen nieuwbouw plaatsvindt op het Gideonplein. Alleen als deze variant wordt gekozen is het niet nodig om sprookjes te verzinnen over de giga-grote synergie voordelen die behaald zouden kunnen worden door het clusteren van twee musea onder een dak.

Het zou het college sieren als het voor deze variant kiest. Elke andere keus kan op stevige oppositie rekenen.

U bent hier