h

Onze afvalverwerking moet eerlijker. Het is tijd om te stoppen met Diftar!

9 januari 2021

Onze afvalverwerking moet eerlijker. Het is tijd om te stoppen met Diftar!

Foto: Bennie Berendsen

Als het aan de SP ligt, gaat de gemeente Zutphen stoppen met het zogenaamde ‘gedifferentieerde tarieven systeem’ voor afvalstoffenheffing. Dit ‘Dif-tar-systeem’ is een heffingssysteem waarbij inwoners betalen iedere keer dat ze afval inleveren. “Het Diftar-systeem is oneerlijk, inefficënt en duur” stelt SP-raadslid Mart de Ridder.

De afvalstofheffing voor inwoners wordt elk jaar duurder en duurder. Het vaste deel van de afvalstofheffing (het deel dat inwoners sowieso moeten betalen, ongeacht het afval dat ze aan de weg zetten) steeg in 2021 van € 165,- naar € 203,- per jaar[1]. Dat kwam hoofdzakelijk doordat er steeds meer gescheiden afval vervuild is, waardoor er meer achteraf gescheiden moet worden[2].  De SP-fractie vindt het daarom tijd om het gemeentelijk afvalstoffenbeleid grondig tegen het licht te houden, zodat de afvalverwerking eerlijker, efficiënter én goedkoper wordt.

Oneerlijk

De Ridder: “Het Diftar-systeem is oneerlijk om twee redenen. Ten eerste kunnen bewoners van flats en veel appartementen nog steeds niet fatsoenlijk al hun afval scheiden. Zij moeten daarom extra betalen. Ten tweede betaalt de échte vervuiler, dat is de producent die ervoor kiest zijn producten te verpakken in rommel, helemaal niet mee.”

Inefficiënt

De socialisten vinden het Diftar-systeem bovendien helemaal niet efficiënt. “Er wordt geprobeerd om de verantwoordelijkheid voor een collectief probleem, namelijk afval, bij individuele inwoners neer te leggen,” zegt De Ridder, “dat leidt tot inefficiëntie. Mensen kunnen hun afval niet goed scheiden, als ze bijvoorbeeld in een flat wonen. Soms is het simpelweg te duur. Het gevolg is is dat er steeds meer achteraf gescheiden moet worden. Daardoor betalen we nu met zijn allen eigenlijk voor twee systeem: vooraf én achteraf scheiden.”

De gemeente Enschede vond in 2019 bijvoorbeeld 660.000 kilo aan gedumpt afval naast haar afvalcontainers en in de bermen. Het bleek een verdubbeling van het aantal meldingen vergeleken met het oude systeem. In juli van vorig jaar ging in dezelfde gemeente 97% van het totale ingezamelde plastic de verbrandingsoven in, omdat inwoners zelf al hun plastic hadden gescheiden en dat plastic te veel vervuild was[3]. “Het kost veel geld om een systeem in stand te houden dat helemaal niet werkt. Nu wordt er achteraf én vooraf gescheiden. Het is veel efficiënter om een collectief probleem ook collectief op te lossen, door alleen nog achteraf te scheiden.”

Diftar ter discussie

Steeds meer gemeenten zien in dat het Diftar-systeem achterhaald is en kiezen voor een collectieve oplossing. In de gemeente Utrecht gaat men dit jaar bijvoorbeeld over naar een systeem waar men achteraf scheidt[4]. Met succes, de fabriek scheidt 51% van het plastic, blik- en pakafval, tegenover een magere 26% wanneer inwoners zelf scheiden. In steden als Arnhem[5] en Groningen[6] kwamen inwoners met succes in verzet tegen de invoering van het Diftar-systeem en volgt de politiek.

Mart de Ridder: "We moeten toewerken naar een veel meer geordende manier van afvalverwerking, waarbij we de verantwoordelijkheid voor goede scheiding niet individualiseren, maar collectief organiseren. De échte vervuilers, de bedrijven die ons afval produceren, moeten gaan meebetalen en verplicht worden hun producten in schoner materiaal te verpakken. Op die manier kunnen we de afvalstofheffing verlagen voor onze inwoners en onze afvalverwerking een stuk duurzamer organiseren.”

U bent hier