h

Opinie: Schijnbewustwording maakt de wereld niet duurzamer en afvalstoffenheffing niet lager

8 februari 2021

Opinie: Schijnbewustwording maakt de wereld niet duurzamer en afvalstoffenheffing niet lager

Foto: Bennie Berendsen

De afgelopen tijd is er vanuit GroenLinks en afvalverwerker Circulus-Berkel veel kritiek gekomen op het SP-standpunt dat het afvalverwerkingssysteem op de schop moet. Dat verbaast niet; zij hebben de afgelopen jaren immers vasthoudend geloof getoond in het huidige stelsel. Dat deden zij omwille van een duurzamere en milieuvriendelijkere afvalverwerking.

Maar ons huidige afvalverwerkingsstelsel werkt averechts en is te duur. Tunnelvisie helpt het milieu noch de inwoners van Zutphen vooruit. Daarom is het tijd de blik te verruimen en ons afvalverwerkingssysteem tegen het licht te houden. SP-raadslid Mart de Ridder legt het uit:

Inwoners van Zutphen werken sinds 2005 hard om hun steentje bij te dragen aan een beter milieu door hun afval te scheiden. Wat ze niet weten, is dat grote delen van dat gescheiden afval gewoon de verbrandingsoven in gaat en dat de afvalstoffenheffing daardoor alleen maar duurder wordt. Inwoners van Zutphen scheiden al sinds jaar en dag netjes hun afval. Op die manier besparen ze kosten én dragen ze hun steentje bij aan een beter milieu. Althans, dat wordt hen voorgehouden.

Wat veel van hen niet weten is dat een steeds groter deel van dat gescheiden afval gewoon in de verbrandingsoven belandt, en dat daardoor de afvalstofheffing die zij betalen alsmaar stijgt. Hoe komt dat?

Supermarkten en de verpakkingsindustrie kiezen er voor hun producten te verpakken in ‘nieuw’ plastic, dat gemaakt wordt van olie. Laten we ter verduidelijking eens een stuk plastic verpakkingsmateriaal volgen. Het plastic bakje waar wij onze aardbeien uit de supermarkt in halen, wordt gemaakt van olie. Alhoewel aardbeien ook prima in ander materiaal aangeboden zouden kunnen worden, vindt de producent het prettig deze in plastic aan te bieden: plastic is makkelijk naar een gewenste vorm te vormen en bovenal goedkoop. Het levert hen de meeste winst op.

Als dat plastic uiteindelijk bij de afvalverwerker terecht komt, belandt het in de verbrandingsoven. Na het eten van de aardbeien, belandt het plastic bakje bij het afval. Zutphenaren scheiden dat afval relatief gezien best netjes. Nadat het de zak met gescheiden PMD-afval is opgehaald door Circulus Berkel, belandt het tot wel 60% van de gevallen alsnog bij een afvalverwerkingsbedrijf in de verbrandingsoven.

Afvalverwerkers moeten belasting betalen als zij afval verbranden. Het Rijk heeft besloten de belasting op het verbranden van plastic te verhogen. Dat doen zij, omdat verbrand plastic schadelijk is, er door de chemische bewerking kankerverwekkende stoffen vrij komen en omdat plastic verbranden niet duurzaam is. De grondstof van plastic (olie) raakt immers op.

Daardoor stijgt de prijs die ze doorberekenen aan de gemeente, en uiteindelijk stijgt daardoor dus de afvalstoffenheffing die inwoners weer aan de gemeente betalen. Dit jaar steeg vaste deel van de afvalstofheffing van € 164,65 naar € 203,16. Zutphense huishoudens zijn inmiddels in totaal gemiddeld zo’n € 261,- per jaar kwijt aan afvalstoffenheffing.

Dat roept de vraag op: Waarom verbranden die afvalverwerkers al dat plastic toch, terwijl zij het net zo goed kunnen verwerken tot ‘granulaat’ (recyclebaar plastic)?

Dat komt ten eerste doordat de eisen aan het plastic dat gerecycled moet worden steeds strenger worden.

Afvalverwerkers willen zelf natuurlijk liever zelf ook niet al dat plastic verbranden, maar zij moeten dat doen omdat er steeds hogere eisen worden gesteld aan de kwaliteit van het recyclebare plastic. De richtlijnen schrijven voor dat nog maar maximaal 15 procent van het gescheiden afval ‘fout’ mag zijn. Waar er voorheen nog behoorlijk wat ‘stoorstoffen’ verwerkt mochten worden tot granulaat (er is bijvoorbeeld een aardbei in het bakje achtergebleven), is de eis voor het recyclebare plastic nu zo hoog, dat een groep met te veel ‘stoorstoffen’ wordt afgekeurd. Dan moet het de verbrandingsoven in en dáár betalen de inwoners voor in de vorm van afvalstoffenheffing.

Wie bepaalt hoe hoog de eis voor recyclebaar plastic is? Niet de afvalverwerkers of de Rijksoverheid bepaalt hoe hoog de kwaliteit van het recyclebare plastic moet zijn, maar de supermarkten en verpakkingsindustrie bepalen dat. Vertegenwoordigers van de supermarkten (CBL), de verpakkingsindustrie (BVNL), grondstofleveranciers (StiMO) en nog wat andere plasticgrootverbruikers zijn verenigd in ‘Stichting Afvalfonds’. Stichting Afvalfonds bepaalt het percentage stoorstoffen dat in plastic mag zitten om het te recyclen. Daarnaast zijn zij de gesprekspartner met de Vereniging Nederlandse Gemeenten als het gaat om de invulling van ons afvalbeleid.

Supermarkten en verpakkers moeten simpelweg zorgen voor een zo hoog mogelijk rendement. Onder andere door de lage olieprijs is het gebruik van nieuw plastic duizend malen aantrekkelijker. Het is goedkoper en de kwaliteit is beter, dat wil zeggen: het verkoopt beter. Hen valt niet te verwijten dat zij er voor kiezen de hoogste kwaliteitseisen te stellen aan het recyclebare plastic. Waarom zouden zij anders recyclebaar plastic gebruiken, als ze voor minder geld betere kwaliteit nieuw-plastic kunnen gebruiken?

Het vele verbranden van plastic komt ten tweede doordat de markt voor gerecycled plastic (granulaat) is ingestort, terwijl het gebruik van plastic alleen maar is toegenomen. Daardoor ontstaan er grote bergen met plastic die nergens heen kunnen. Zo blijft er maar één optie over: verbranden. Granulaat is het product dat gemaakt wordt van plastic, dat vervolgens weer als grondstof dient voor gerecyled plastic. Er liggen enorme bergen granulaat in de Nederlandse opslagplaatsen. Dat komt doordat er steeds meer in plastic verpakte producten gekocht worden in de coronacrisis (bijvoorbeeld door online shoppen). Ondertussen kan het granulaat niet worden verkocht door de ingestorte markt.

De markt voor gerecycled plastic is hoofdzakelijk door twee ontwikkelingen ingestort. De olieprijzen zijn enorm gekelderd. Daardoor is het goedkoper om uit olie ‘nieuw plastic’ te maken, dan uit granulaat gerecycled plastic, en China is grotendeels weggevallen als opkoper van ons plastic. De afgelopen jaren kocht de industrie in China ons gerecycled materiaal op. Daardoor kon de afvalstoffenheffing laag worden gehouden. China wil ‘verspilling van energiebronnen en milieuvervuiling tegengaan’ en neemt daarom een aantal radicale maatregelen, waaronder het verbieden van de import van plastic. Het goedkoop afschepen van ons materiaal behoort niet meer tot de mogelijkheden en heeft als direct gevolg dat onze verbrandingsovens vaker draaien.

Samenvattend: inwoners van Zutphen scheiden al meer dan 15 jaar netjes hun afval. Grote delen van dat afval wordt gescheiden opgehaald, en vervolgens gaat het simpelweg de verbrandingsoven in. Daardoor stijgen de afvalstoffenheffing voor inwoners. Ondertussen blijven supermarkten, verpakkingsindustrie en grondstofleveranciers flink cashen op de verkoop van hun in plastic verpakte producten.

Daarom is het tijd voor een radicale herziening van het afvalverwerkingssysteem: de overheid moet bepalen welk afval verwerkt mag worden tot granulaat, er moet een hoge belasting komen op ‘nieuw plastic en de onbrengsten daarvan kunnen gebruikt worden voor technologische innovatie van de afvalverwerkers, zodat afval effectiever wordt gescheiden.

Zolang dat niet het geval is en plastic afval gewoon de oven in gaat, is het belachelijk om inwoners van Zutphen financieel te straffen als zij hun afval niet goed scheiden. Het is bovendien oneerlijk, omdat niet iedereen in staat is het afval zo goed te scheiden, omdat er helemaal geen GFT-afvalbak beschikbaar is of omdat de woonruimte te klein is voor het scheiden van PMD, GFT, glas, statiegeldproducten, papier en restafval.

Inwoners van Zutphen mogen niet de dupe worden van de keuze van supermarkten, verpakkers en grondstofleveranciers om nieuw plastic te produceren in plaats van te recyclen. Het vaste deel van de afvalstoffenheffing moet daarom terug naar het niveau van 2020, namelijk € 165,- per jaar.

U bent hier