h

De sociale geschiedenis van Zutphen: Het Aardappeloproer

22 september 2020

De sociale geschiedenis van Zutphen: Het Aardappeloproer

Foto: Foto (Evers, J), Collectie Erfgoedcentrum Zutphen, ID.nr. SZU002029117

Zutphen is beroemd om haar prachtige middeleeuwse cultuurhistorisch erfgoed. Wie over de Martinetsingel naar de Drogenapstoren kijkt en over de stadsmuur heen de Walburgiskerk bewonderd, waant zich in de middeleeuwen.  De middeleeuwen vormden de bloeitijd van de Hanze-handel.

Maar onze stad kent ook een rijke geschiedenis van sociale strijd en sociale vooruitgang, die onderbelicht is geraakt en steeds meer onderbelicht dreigt te raken. De onlangs gesloopte woningen op de Mars of de aan vastgoedmiljonair verkochte Oude Meisjesvakschool getuigen daarvan. Gemeente Zutphen roept 2021 daarom uit tot ‘het Jaar van de Sociale Geschiedenis’. Heel dat jaar staan een groot deel van de culturele activiteiten van de gemeente Zutphen in het teken van sociale geschiedenis.

In aanloop naar dat jaar staat de Tomatenkrant! maandelijks stil bij een gebeurtenis uit de rijke sociale geschiedenis van Zutphen, waarvoor de redactie speciaal de Zutphense archieven is ingedoken.

Deel 1: Het Aardappeloproer

Het is 27 juli 1847. De avond valt en de lucht kleurt oranjerood, als Arend-Jan Brokken en zijn knecht Jan Hendrik van der Tuijn hun kar vol aardappelen laden. Voortgetrokken door hun paard, rijden ze de haven waar ze de aardappelen in een schip zullen laden. Als ze de IJssel naderen, merken zij op dat er iets niet in de haak is. Meer dan duizend mensen hebben zich verzameld bij de haven. Nog voor Arend-Jan en Jan Hendrik goed en wel doorhebben wat er gaande is, komen ze tot de ontdekking dat de menigte zich tot hen wendt.

De mensen zijn woest, omdat zij gehoord hebben dat de aardappelprijs opnieuw gestegen is. Het begint met schelden, maar dan begint de woedende menigte met stenen en hout naar hem te gooien. Arend-Jan probeert nog rechtsomkeer te maken, maar het is te laat. Een stevige man, genaamd August Munsterman, zo’n veertig jaar oud, stapt op Arend-Jan af en pakt zijn paard bij de teugels.

August is er klaar mee – met de honger. Terwijl zijn kinderen en vrouw honger lijden, verkopen de boeren hun aardappelen liever aan de Engelsen, omdat dat meer oplevert. Nu heeft hij er genoeg van. Toen ze hoorden dat de boeren hun aardappelen weer verkocht hadden, trokken mensen spontaan naar de haven toe. August liep voorop. Hij grijpt boer Arend-Jan vast. ‘Meneer verkoopt zijn aardappelen voor 20 cent per kilo!’ roept hij, waarna hij Arend-Jan een stomp in zijn maag geeft. Gejuich breekt uit onder de menigte. Mensen grijpen de aardappelen uit de kar, sommigen duiken zelfs de schepen die al volgeladen zijn in om aardappelen te pakken. Boer Arend-Jan en zijn knecht weten in de chaos te vluchten en rennen naar het huis van een aardappelhandelaar in de buurt, waar ze naar binnen vluchten. Ze durven het huis niet meer te verlaten. Pas als militairen een einde komen maken aan deze aardappeloproer kunnen ze terug naar huis, om bij te komen van een die de geschiedenis in zal gaan als één van de weinige opstootjes in de Zutphense geschiedenis.

Het opstootje in Zutphen staat niet op zichzelf. Al enige tijd zijn er opstootjes en onrusten. Niet alleen in Nederland, maar ook in de Duitse en Italiaanse landen of in Frankrijk: een spook waard door Europa… In 1848 komt dat tot een uitbarsting die ook gevolgen heeft in Zutphen. Daarover volgend maand meer.

U bent hier