Zutphen

Vrijdagavond zijn de vernieuwde Zutphense Musea feestelijk heropend op de nieuwe locatie aan het ‘s Gravenhof. Aanwezige bestuurders en genodigden spraken vol trots en bewondering over het eindresultaat. Opvallend, omdat veel van deze mensen drie jaar geleden nog hartstochtelijk pleitten voor het onderbrengen van de musea in het miljoenen kostende prestigeproject Broederenklooster.

De SP is blij dat de musea weer voor het publiek toegankelijk zijn en vooral omdat dit op een heel geschikte locatie is, in een bestaand pand, zonder dat een herdenkingsmonument uit de oorlog hiervoor heeft hoeven wijken. Want in het oorspronkelijke plan dat in 2014 al in kannen en kruiken was, zou er een nieuw te bouwen cultuurpaleis verrijzen op de plek waar het Broederenklooster in de Tweede Wereldoorlog weggebombardeerd is.

Na veel protest van het door de SP opgerichte actiecomité kwam de Zutphense politieke kliek tot inkeer en kwamen er eindelijk alternatieven in zicht, waarvan de nieuwe locatie aan het ’s Gravenhof het eindresultaat is.

Museum als bedrijf

Het volgende dat er voor de musea binnenkort aan zit te komen, is de vermarkting. Tot nu toe waren de Zutphense musea gewoon onderdeel van de gemeente, bekostigd door de samenleving en dus ook in democratische handen van de gemeenschap. Nu de wethouder de musea bedrijfje wil laten spelen, blijft de gemeente nog steeds betalen maar is het niet meer mogelijk om ook te bepalen. Volgens de wethouder moet dit overgelaten worden aan ondemocratisch benoemde bestuursleden. Over de gevolgen hiervan schreef fractievoorzitter Mathijs ten Broeke eerder dit opinieverhaal.