h

De sociale geschiedenis van Zutphen: Een liberale gemeenteraad

23 oktober 2020

De sociale geschiedenis van Zutphen: Een liberale gemeenteraad

Foto: Ansichtkaart (Fa. Gez. Wigman), Collectie erfgoed Zutphen ID.nr. SZU002026075

Zutphen is beroemd om haar prachtige middeleeuwse erfgoed. Maar Zutphen kent ook een rijke sociale geschiedenis, die maar al te vaak onderbelicht dreigt te raken. In aanloop naar 2021, het jaar van de Sociale Geschiedenis van Zutphen, staat de Tomatenkrant! maandelijks stil bij een gebeurtenis uit de rijke sociale geschiedenis van Zutphen.  Die artikelen zijn ook op deze website te vinden.

In 1847 was er in Zutphen opstand geweest, daarover schreven we in ons eerste artikel, het aardappeloproer. In 1848 slaat de vlam in de pan in heel Europa. In alle grote Europese steden gaat de bevolking de straat op, arbeiders en rijke burgers staan zij aan zij. Ze eisen sociale hervormingen en zeggenschap. In Frankrijk wordt de koning gedwongen afstand te doen van de troon. Datzelfde wil de Nederlandse koning Willem II natuurlijk voorkomen. Daarom besluit hij Nederland een héél klein beetje democratischer te maken, in de hoop de opstand in de kiem te smoren. Sociale hervormingen blijven op dat moment nog uit.

De liberaal Thorbecke mag een nieuwe grondwet schrijven. Die ook gevolgen heeft voor Zutphen, voornamelijk doordat gemeenteraden een totaal ander karakter krijgen. Vóór 1848 bestond de gemeenteraad uit vijftien gemeenteraadsleden die voor het leven benoemd werden. Die
gemeenteraadsleden werden gekozen door rijke burgers, regenten en
kerkbestuurders die lid waren van speciale ‘kiescolleges’. Deze vijftien
gemeenteraadsleden hadden niet zo veel te zeggen, want het hoogste
gezag lag bij de door de koning benoemde wethouders en burgemeester.

Ná de revolutie van 1848 krijgen meer mensen invloed op de politiek, maar
het zijn vooral de rijke burgers die profiteren van de grondwetswijziging. Vanaf dat moment wordt de gemeenteraad direct gekozen door de +/- 700 rijkste inwoners van de gemeente. Natuurlijk stemt de meerderheid van hen op liberalen.  En alhoewel de burgemeester nog steeds benoemd wordt door de koning (tot op de dag van vandaag), stelt de gemeenteraad voortaan twee wethouders ‘uit hun midden’ aan. Zo krijgen de liberalen het voor het zeggen in Zutphen.

De beslissende ommekeer in de machtsverhoudingen vindt plaats in 1861, dan wordt de jonge advocaat en liberaal Jacob Dam (foto) wethouder in Zutphen. Hij volgt daarmee de conservatieve Maurits Jacob van Löben Sels op. Vanaf midden jaren ’60 van de 19e eeuw nemen de liberalen het roer in Zutphen definitief over van de conservatieven. Wat ook zo zijn gevolgen zal hebben voor de sociale strijd in Zutphen…

U bent hier